• Home
  • Onze school
    • Virtuele tour
    • Over onze school
    • Activiteiten Team
    • Fotoalbum
    • Goede doelen | links
    • Het onderwijs
      • Leerlingenzorg
      • Passend onderwijs
      • Plusklas
      • Naar het voortgezet onderwijs
      • Remedial teaching
      • Schoolmaatschappelijk werk
      • Visie op het onderwijs
      • Voor en vroegschoolse educatie (VVE)
    • Kalender
    • Kindcentrum
    • Kwaliteitszorg | Klachtenregeling
      • Kwaliteitszorg
      • Klachtenregeling
    • Luizen
    • Mediatheek
    • Medezeggenschapsraad
    • Nieuwsbrieven
    • Ouders
      • Contact over uw kind
      • Contact over de school
      • Klassenouders
      • Ongevallenverzekering
      • Ouderbijdrage
    • Overige informatie
    • Protocol
      • Pesten
      • Ouder-/verzorgerbeleid
      • Privacyreglement verwerking leerlinggevens
      • Toelating, time-out, schorsing en verwijdering van leerling
    • Schoolgids
    • Schooltijden
      • Verlof
    • Vakanties en vrije dagen
    • Workshops
    • Zing’es school
  • Groepen
    • Plusklas
    • Groepen 1 t/m 4
      • Groep 1-2A
      • Groep 1-2B
      • Groep 3
      • Groep 4
      • Groep 4/5
    • Groepen 5 t/m 8
      • Groep 5
      • Groep 6
      • Groep 7
      • Groep 8
  • Kennismaken
  • Contact
    • Team
  • Onze Wijs

Leerlingenzorg

De zorgstructuur
Kinderen komen naar school om te leren. Ieder kind heeft daarbij ander onderwijsbehoeften. Het ene kind heeft meer moeite om de leerstof tot zich te nemen, het andere kind gaat het gemakkelijker af en kan meer leerstof aan. De leerkracht probeert binnen de groep zoveel mogelijk aan te sluiten op de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen. Dit noemen we handelingsgericht werken.

Leerlingvolgsysteem
De leerlingen worden gevolgd in hun ontwikkeling. De leerkrachten bekijken het dagelijks werk van de leerlingen en bekijken de toetsen van de verschillende methodes.

In de groepen 1 en 2 gebruiken we “Kijk” als instrument om het jonge kind te observeren. Daarnaast nemen we in de onderbouw ook de Cito Rekenen en de Cito taal voor kleuters af. Cito-toetsen zijn methode-onafhankelijke toetsen die een eerlijk en betrouwbaar beeld geven van de ontwikkeling van de leerling. Met deze informatie kunnen we tijdig inspelen op de onderwijsbehoeften van de kinderen en kunnen we inspelen op een mogelijke taal- of rekenachterstand.

Wij hebben vanaf groep 3 Cito-toetsen ingevoerd voor rekenen, (lees)woordenschat, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen (op woord- en tekstniveau). Deze toetsen maken het mogelijk om een leerling vanaf groep 1 tot en met 8 te volgen op verschillende ontwikkelingsgebieden.

Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling hebben we een leerlingvolgsysteem; “Zien”.

Alle resultaten van de Cito-toetsen worden digitaal ingevoerd. Hierdoor is het mogelijk om per groep of per leerjaar de resultaten kritisch te bekijken. Daarnaast is het mogelijk om de resultaten van een leer-ling van groep 1 tot en met groep 8 overzichtelijk op een rij te zetten zodat de ontwikkeling van het in-dividuele kind nauwgezet gevolgd kan worden.

Niet alleen de leerresultaten van de leerlingen worden gevolgd, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Het is natuurlijk het allerbelangrijkste dat een leerling met plezier naar school gaat en daardoor optimaal tot ontwikkeling kan komen. Alle gegevens en resultaten worden vast-gelegd in leerlingendossiers, groepsmappen en/of in ons digitale registratiesysteem Parnassys. De toets-gegevens van alle leerlingen worden 3 keer per jaar besproken in een vergadering. Deze besprekingen worden gecoördineerd door de Intern Begeleider.

Individuele zorg: afspraken over het zorgtraject:
Sommige kinderen hebben andere onderwijsbehoeften dan andere kinderen. Het kan gebeuren dat de ontwikkeling van een kind niet naar wens verloopt of dat er een leer- of gedragsprobleem ontstaat. Wanneer de leerkracht dit signaleert, zal het volgende traject gevolgd worden:

STAP 1 – ZORG OP GROEPSNIVEAU
De leerkracht signaleert dat het kind een andere onderwijsbehoefte heeft op basis van observatie, methode gebonden of methode – onafhankelijke toetsing, of de leerkracht krijgt van ouders een signaal. De leerkracht gaat eerst proberen zelf te voldoen aan deze speciale onderwijsbehoefte. Bijv. een leerling heeft moeite met plussommen boven het tiental. De leerkracht legt het nog eens uit of probeert de som uit te leggen met behulp van concreet materiaal. Blijven de problemen dan bespreekt de leerkracht de leerling met de IB-er.

STAP 2 – ZORG OP SCHOOLNIVEAU
De leerkracht heeft de leerling aangemeld bij de IB. Bij deze bespreking is in ieder geval aanwezig: de eigen groepsleerkracht van de leerling, de IB-er en vaak ook de RT-er.
In deze bespreking wordt bekeken wat de beste oplossing is.
–  De leerkracht vult het formulier voor leerlingbespreking/ consultatiegesprek in.
–  De leerkracht levert concrete dossiergegevens aan en gegevens uit het leerlingvolgsysteem (methode-onafhankelijke) of methode-afhankelijke toetsen.

Veelal volgt er eerst een periode van verzamelen van extra informatie:

  • Er volgt een verdere analyse, bijv. een pedagogisch didactisch onderzoek.
  • Er volgt een oudergesprek.
  • De IB-er of RT-er doet een observatie om meer duidelijkheid te krijgen.

Vervolgens wordt er actie ondernomen. Er worden doelen gesteld in een (groeps)handelingsplan (zie hieronder A) en er wordt een periode aan deze doelen gewerkt. Daarnaast kan het zijn dat een leerling binnen of buiten de groep RT krijgt door de RT-er (zie hieronder B).Vervolgens wordt na een periode van ongeveer 9 weken geëvalueerd. Dit kan leiden tot de volgende beslissingen:

  • Voortzetten van de huidige aanpak.
  • Consultatie van het RPCZ.
  • Afsluiten i.v.m. behaalde doelen.
  • Inschakelen externe hulp.
  • Advies voor verder onderzoek.

A. Hulp in de klas
De leerling wordt door de leerkracht extra geholpen in de klas. Dat betekent dat de leerling extra hulp krijgt, in een groepje aan de instructietafel of alleen aan de instructietafel. Het kan ook betekenen dat er door de groepsleerkracht gewerkt wordt met ander materiaal uit de orthotheek. Na 9 weken wordt er gekeken of de gestelde doelen zijn gehaald. Zo niet, dan wordt de leerling weer aangemeld door de leerkracht voor een tweede bespreking.

B. Hulp buiten de klas
Soms lukt het niet om de leerling in de klas te helpen dan wordt er hulp geboden buiten de klas door de Remedial Teacher.

Acties bij A en B
– Overleg in de bespreking m.b.v. een formulier
– Voor bespreking / consultatiegesprek verslaglegging t.b.v. dossier
– De leerkracht stelt (indien nodig) een handelingsplan op
– RT of IB geeft (indien nodig) inhoudelijk advies en hulp bij opstellen
– Afspraak voor evaluatie na ongeveer 9 weken
– Informatie naar de ouders over de aanpak

Zodra uw kind in aanmerking komt voor deze extra hulp, wordt u hierover geïnformeerd. Ook ontvangt u via uw kind of tijdens de oudergesprekken alle handelingsplannen waarin omschreven staat wat we precies extra doen. Als uw kind in het groepsplan staat vermeld en er wordt hulp buiten de klas aangeboden, wordt u hiervan op de hoogte gesteld. Wanneer de hulp stopt ontvangt u weer een brief.

STAP 3 – ZORG OP SCHOOLNIVEAU
Na negen weken worden de afspraken en de uitvoering geëvalueerd door groepsleerkracht en IB.
Er worden keuzes gemaakt:
– het gaat goed:  probleem opgelost; of voortgang aanpak
– het gaat niet goed: oorzaak zoeken d.m.v. toetsen of onderzoek : verdere analyse en inschakelen consultatie van het RPCZ

  • Evaluatieoverleg op basis van concrete gegevens/verslagen
  • Verslaglegging t.b.v. dossier
  • De leerkracht stelt een (ver-)nieuw(d) handelingsplan op; (indien n.a.v. onderzoek, dan samen met RT-er)
  • Afspraak voor evaluatie na 9 weken
  • Informatie naar de ouders over de evaluatie en eventuele vervolgaanpak

Stap 3 kan zich meerdere keren herhalen. Wanneer hulp van een specialist van het RPCZ wordt gevraagd, is toestemming van ouders nodig.

STAP 4 – ZORG OP BOVENSCHOOLSNIVEAU
Na negen weken worden opnieuw de afspraken en de uitvoering geëvalueerd door groepsleerkracht en RT en IB. Het kan zijn dat ondanks alle hulp het probleem blijft bestaan. We kunnen dan, samen met u als ouder(s)/verzorger(s) besluiten dat externe hulp gewenst of noodzakelijk is. In eerste instantie kunnen we op zo’n moment de hulp inroepen van de onderwijsbegeleidingsdienst (RPCZ). We gaan het zogenaamde HGPD (= handelingsgerichte procesdiagnostiek) traject in. Met de orthopedagoog van het RPCZ, de leerkracht en de intern begeleider worden de zorgen rondom uw kind besproken. Dit houdt in dat de RPCZ-begeleider informatie krijgt over de zorgleerling via de school en soms ook van de ouders.  Deze gegevens worden geordend en er wordt gezamenlijk een inschatting gemaakt van de mogelijk-heden en belemmeringen. Vervolgens wordt er een voorlopige probleemverklaring opgesteld en hande-lingsadviezen gegeven. Acties worden afgesproken en een evaluatiedatum vastgelegd in de HGPD-verslaggeving. Deze vormt de basis voor de vervolgacties. De voorlopige probleemverklaring wordt zonodig bijgesteld of aangescherpt. Er worden dan weer nieuwe afspraken gemaakt, die na een korte periode weer worden geëvalueerd en aangepast.

Het accent bij HGPD ligt op het handelen van de leerkracht, zodat deze beter kan aansluiten bij de behoeften van de zorgleerling. De intern begeleider bewaakt de doorgaande lijn, houdt overzicht van de geboden zorg en treedt op als coach naar de leerkracht.
Soms wil de orthopedagoge meer informatie verkrijgen door uw kind bijvoorbeeld te observeren in de klas. Daarnaast kan het zijn dat verder onderzoek nodig is. Onderzoek kan op verschillende wijze worden aangevraagd:
–       via de HGPD.
–       via de Zorgcommissie.
–       via de huisarts.

Wanneer een kind onderzocht wordt, volgt altijd een gesprek waarbij de onderzoeker, school en ouder(s)/verzorger(s) aanwezig is. Het gesprek gaat over de uitslag van het onderzoek en over de stappen die aan de hand van het onderzoek genomen moeten worden. Belangrijk in dit hele proces is dat de ouder(s)/verzorger(s) van dit hele proces op de hoogte zijn en bij iedere stap betrokken worden gehouden en toestemming geven.
Bij de ontwikkeling van het leerproces hoort ook een veilig werk- en leefklimaat. De Louise de Colignyschool streeft ernaar dat de leerlingen en de leerkrachten zich veilig voelen. Op onze school gelden de regels niet pesten en geen fysiek geweld. De school tolereert ook geen discriminatie en seksuele intimidatie. Indien er toch sociaal ongewenst gedrag ontstaat, worden de benodigde acties door school ondernomen. Vanuit de visie van de school wordt positief sociaal gedrag gestimuleerd. Onze school heeft bij dergelijke gevallen houvast aan begeleidingsprotocollen. Daarnaast heeft de school een interne en externe vertrouwenspersoon en een klachtenregeling. De protocollen zijn ter inzage op school aanwezig. Een goed contact tussen school en thuis is erg belangrijk. Hieronder vindt u een overzicht van onze schoolregels voor alle verschillende situaties.

Aanspreektoon
– De leerlingen worden door leerkrachten aangesproken met hun voornaam.
– De leerkrachten worden door de leerlingen aangesproken met meester/juf + hun voornaam, maar worden verder
aangesproken met u.
– Derden worden aangesproken met meneer/mevrouw + achternaam. Behalve als u anders aangeeft.

Gedrag in de klas
– De kinderen hebben een vaste plaats.
– Niet zonder reden van je plaats lopen.
– Vinger opsteken als je iets wilt vragen of zeggen.
– Niet snoepen onder lestijd of in de kleine pauze of bij het lopen naar de gym, excursies etc.

Boodschap in de school
– Loop rustig in de gang, kloppen en naar binnen gaan, wachten tot dat je wordt aangesproken.
– Magazijngebruik of het maken van een kopie: alleen een leerling van groep 8 mag iets ophalen in het
magazijn als dit is afgesproken met de leerkracht.
–  Kopiëren mag niet, een kopie mag wel worden opgehaald.

Gang
– Rustig lopen, dus niet rennen.
– Jassen, tassen, mutsen en petten, rugzakken aan de kapstok.
– Geen lawaai maken op de gang; rekening houden met andere die werken in de lokalen en op de gang.

Straffen
– Leerlingen proberen problemen zelf op te lossen.
Lukt dit niet? Komen beide partijen naar de leerkracht. Deze laat beide om beurten praten.
Belangrijk is te luisteren en de gelegenheid te bieden problemen zelf op te lossen.
Lukt dat niet; dan bezinning buiten de klas en in uiterste geval binnen. Staat de leerling niet open voor
gesprek/oplossing dan in de pauze binnen en wordt nogmaals het gesprek aangegaan.
– Bij uitzondering strafwerk onder of na schooltijd.
– Ouders die geconfronteerd worden met een conflict tussen kinderen onderling en die onder schooltijd
zijn voorgevallen, worden dringend verzocht in overleg met de leerkracht naar een oplossing te zoeken.
– Bij ernstige conflicten worden de ouders ingelicht.

 

Verder worden ook kledingafspraken besproken, blijven na schooltijd, eten en drinken, fietsen en het plein.
Ik vind dat iedereen zich binnen en buiten de school veilig moet kunnen voelen.
Daarom houd ik mij aan de volgende regels;
1. Ik accepteer de ander en discrimineer niet.
2. Ik scheld niet en doe niet mee aan uitlachen of roddelen.
3. Ik blijf van een ander en van de spullen van een ander af.
4. Als iemand mij hindert, vraag ik hem of haar hiermee te stoppen.
5. Als dit niet helpt, vraag ik een leerkracht om hulp.
6. Als er een ruzie is, speel ik niet voor eigen rechter.
7. Ik gebruik binnen en buiten de school geen geweld.
8. Ik help andere om zich ook aan deze regels te houden.

 

PCL
In alle gevallen is het uitgangspunt om handelingsadviezen te krijgen, zodat wij als school beter in staat zijn het kind in zijn ontwikkeling te begeleiden. Het kan echter ook zo zijn dat wij als school menen niet te kunnen voldoen aan de pedagogische, onderwijskundige of organisatorische onderwijsbehoeften van een kind. In dat geval wordt het kind door de ouders aangemeld bij de PCL die een beschikking voor het speciaal basisonderwijs kan afgeven. Als de PCL van mening is dat een kind het beste op een school voor speciaal basisonderwijs geholpen kan worden, geeft de school dit advies door aan de ouder(s)/-verzorger(s). 

Andere externe hulp
Hulp kan ook gegeven worden door onder andere een logopedist, fysiotherapeut of de SMW’er (School Maatschappelijk Werker) die bij de school betrokken zijn. Daarnaast maakt ook de schoolarts deel uit van de externe hulp.

Zorgadviesteam
Soms is het nodig om overleg te hebben over een leerling in een breder team; het zorg adviesteam. De IB-er beoordeeld of het zorg adviesteam moet worden ingeschakeld voor de zorgleerling. In dat geval roept zij de leerkracht, de betrokken orthopedagoog via het RPCZ, de schoolmaatschappelijk werker en de jeugdarts of jeugdverpleegkundige bij een. Het team gaat in gesprek en schakelt zo snel mogelijk de juiste hulp en ondersteuning in voor de leerling, ouders en leerkrachten. In eerste instantie bepalen scholen in overleg met het zorg adviesteam zelf hoe deze hulp en ondersteuning tot stand komt. Dat kan via het samenwerkingsverband WSNS en/of via Porthos. Porthos kan bijvoorbeeld een netwerkoverleg of een familienetwerkberaad of multidisciplinair overleg organiseren.

Netwerkoverleg
Uitgangspunt van Porthos is de 1-gezin-1-plan gedachte. Dat wil zeggen dat de zorg zo dicht mogelijk bij het kind en het gezin wordt gebracht. Het zorg adviesteam kan ouders en professionals vanuit andere organisaties vragen om samen af te stemmen en gezamenlijk een zorgplan te maken, waar mogelijk op school. De werkwijze is oplossingsgericht en sluit aan bij het handelingsgericht werken in de klas. Binnen het oplossingsgericht werken is er niet alleen aandacht voor de zorgen maar nadrukkelijk ook voor de krachten van een kind/gezin. De oplossing wordt gezocht vanuit het versterken van deze krachten.

Familienetwerkberaad
Bij het maken van een zorgplan kunnen behalve ouders en kinderen ook andere belangrijke personen uit het eigen netwerk betrokken worden. Een dergelijk overleg wordt een familienetwerkberaad genoemd. Hierin worden de zorgen en krachten gedeeld en de oplossingen samen georganiseerd. De praktijk leert dat de positieve effecten van de gezamenlijk ingezette hulp op termijn duurzamer zijn. Voor het organiseren, voorzitten en verslagleggen van een dergelijk beraad kan het zorg adviesteam een onafhankelijk gespreksleider van Porthos inschakelen.

Multidisciplinair overleg
Als de situatie op bovenstaande wijze is op te lossen, is er een mogelijkheid om het MDO (multidisciplinair overleg) in te schakelen. Bij dit overleg zijn alle instanties die kunnen helpen bij het oplossen van het probleem aanwezig. In het MDO worden kinderen ingebracht wanneer:

  1. de voortgang van de zorg stagneert doordat de samenwerking tussen de betrokken partijen nog niet optimaal verloopt.
  2. bij betrokken zorgverleners behoefte is aan het samen verkennen van nieuwe samen-werkingsmogelijkheden.
  3. professionals gebruik willen maken van de experimenteerruimte die de provincie biedt in het kader van de jeugdzorg.

Bij vragen kunt u terecht bij de leerkracht van uw kind, de intern begeleider of de directeur van de school. Wij willen benadrukken dat u als ouder/verzorger natuurlijk voor alle bovenstaande acties toe-stemming moet geven en u van alle afspraken op de hoogte wordt gehouden. We proberen via deze stappen zo goed mogelijk de ontwikkeling van de leerlingen te volgen en te begeleiden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat u als ouder/verzorger bepaalde problemen bemerkt bij uw zoon of dochter. Aarzelt u dan vooral niet om dit kenbaar te maken bij de groepsleerkracht. Samen gaan we dan proberen om het op te lossen. We willen toch allemaal het beste voor onze leerling en uw zoon of dochter?

Leerlinggebonden financiering (‘rugzakje’)
Wat is de rugzak? De rugzak is een andere naam voor de wet op de leerlinggebonden financiering. Deze wet geeft ouders van een kind met een beperking het recht om de school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. Dit kan een reguliere (gewone) basisschool zijn of een school voor speciaal basisonderwijs. Als u uw kind in aanmerking wilt laten komen voor een ‘rugzak’, dient u zich aan te melden bij een Regionale Expertise Centrum (REC). Na bestudering van alle gegevens die aangevoerd worden beslist een Indicatiecommissie (IC) of de leerling een beschikking krijgt.

Weer Samen Naar School
De overheid wil het aantal verwijzingen naar een school voor speciaal basisonderwijs terugdringen. Weer Samen Naar School (W.S.N.S.) is daar op gericht. Dat betekent voor de basisschool, dat de opvang-capaciteit moet worden vergroot. Het onderwijs dient zó ingericht te zijn dat, ook aan kinderen met een beperking, een verantwoord programma aangeboden kan worden.

Wij horen bij het Samenwerkingsverband Walcheren. Het zorgplan is het kerndocument van het Samen-werkingsverband. Hierin staat het beleid beschreven om zorg op maat te realiseren voor leerlingen op de scholen binnen dit Samenwerkingsverband. Elke school moet een duidelijke zorgstructuur hebben die erop gericht is zoveel mogelijk leerlingen adequaat op te vangen.

Passend onderwijs
Het beleid van onze school is gericht op onderwijs aan kinderen met verschillende onderwijsbehoeftes. Met ingang van augustus 2014 treedt de wet op “Passend Onderwijs’ in werking. Ouders melden hun kind aan op een school. Deze school is dan verplicht het kind die zorg te geven die nodig is. Als deze zorg niet geboden kan worden, zoekt de school samen met de ouders naar een andere school die deze zorg wel kan bieden. Elke school krijgt budget van W.S.N.S., waarmee extra zorg gefinancierd kan worden. Het budget kan per school verschillen. Momenteel wordt er gekeken en nagedacht over de wijze waarop we dit binnen ons bestuur en Samenwerkingsverband (waar ons bestuur onder valt) kunnen gaan opzetten. Voor het komende schooljaar houdt dit in dat alle scholen uitleg moeten geven over de wijze waarop de zorg is georganiseerd en welke zorg er geboden kan worden.

Via onze website en nieuwsbrief houden we u op de hoogte van verdere ontwikkelingen op dit gebied. Ook op de website www.passendonderwijs.nl kunt u informatie vinden over dit onderwerp.

Dyslexie
Het komt regelmatig voor dat kinderen lees- en/of spellingproblemen hebben, er wordt dan al snel gedacht aan dyslexie. Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het goed en vlot toepassen van het lezen en/of spellen van woorden (Stichting Dyslexie Nederland). Het vaststellen van dyslexie kan uitsluitend door middel van extern onderzoek. Wanneer ouders hun kind willen laten onderzoeken op dyslexie kan dat via school. De school vraagt het onderzoeksbureau Van Waterschoot  om een dyslexie-onderzoek uit te voeren.
Voor de kinderen die na 1 januari 2001 geboren zijn, worden de kosten voor dyslexie-onderzoek vanaf 2009 door de zorgverzekeraar (basispakket) vergoed. Het gaat hier om de kinderen met een ernstige vorm van dyslexie.
Er komen situaties voor waarin dyslexie-onderzoek deel uitmaakt van een door de school aangevraagd breder onderzoek (bijv. zijn er ook sociaal/emotionele problemen, er is uitval bij meerdere vakken etc.). Wanneer dit speelt, heeft de school een hulpvraag voor het verder begeleiden van het kind en betaalt de school het onderzoek. Wanneer dyslexie-onderzoek op verzoek van ouders via school wordt aangevraagd, levert de school de benodigde gegevens aan bij de onderzoeker. Vervolgens komt de onderzoeker, een GZ-psycholoog/orthopedagoog op school met het kind werken.

 

 

 

 

Zoeken op de site

Deze pagina delen

Nieuws

De bovenbouw naar de Efteling

donderdag 05 april 2018

Tropische schoolreis groep 3 en 4

donderdag 05 april 2018

Themaweek bewegen!

donderdag 29 maart 2018

Kalender

mei
24
do
2018
07:16 Studiedag, alle leerlingen vrij
Studiedag, alle leerlingen vrij
mei 24 @ 07:16 – 08:16
 
jun
8
vr
2018
07:16 Zomerfeest
Zomerfeest
jun 8 @ 07:16 – 08:16
 
jun
25
ma
2018
07:16 Rapport mee
Rapport mee
jun 25 @ 07:16 – 08:16
 
jun
26
di
2018
07:17 Doorschuifmiddag
Doorschuifmiddag
jun 26 @ 07:17 – 08:17
 
jun
28
do
2018
07:19 Rapportgesprekken
Rapportgesprekken
jun 28 @ 07:19 – 08:19
 
Toon agenda

Informatie

  • Over onze school
  • Kennismaken
  • Groepswerk/huiswerk
  • Schooltijden
  • Ouders

Scholen gemeente Middelburg

  • Acaciahof | Middelburg
  • Aventurijn | Middelburg
  • Cypressenhof | Middelburg
  • Oleanderhof | Arnemuiden
  • Palmenhof | Sint Laurens
  • Wilgenhof | Middelburg

Scholen gemeente Vlissingen

  • De Burcht-Rietheim | Oost-Souburg
  • Het Kompas | Oost-Souburg
  • Louise de Colignyschool | Vlissingen
  • Het Vlot/Ichtusschool | Vlissingen
  • De Wissel | Vlissingen

Contact en meer

  • Contact
  • Kennismaken
  • Credits
Christelijke basisschool Louise de Coligny Vlissingen | Onderdeel van Onze Wijs | Website gemaakt door plus31 Online Media Concepts